De waterdruk in een cv-ketel moet tussen de 1,5 en 2,0 bar zijn. Als de waterdruk lager is kan je de cv-ketel bijvullen om ervoor te zorgen dat het systeem efficiënt blijft werken. Een verwarming bijvullen kan je zelf uitvoeren aan de hand van het stappenplan op deze pagina. Neem bij twijfel contact op met de installateur van je ketel.

Merk je dat jouw cv-ketel niet meer goed warm wordt? Controleer dan de waterdruk van de cv-ketel, deze moet tussen de 1,5 en 2,0 bar zijn. Is de waterdruk van je cv-ketel te laag? Dan is het tijd om de cv-ketel bij te vullen. Zo zorg je ervoor dat je verwarmingssysteem efficiënt blijft werken en je huis lekker warm blijft. De juiste cv-ketel druk heeft een aantal voordelen:

• betere prestaties van je cv-ketel;
• lager gasverbruik;
• voorkomen van schade door te lage waterdruk en verlenging van de levensduur.

We adviseren om één keer per jaar te controleren of je de cv-ketel moet bijvullen nadat je de cv-ketel hebt ontlucht. Bij een oudere cv-ketel kan het zijn dat je het systeem twee keer per jaar moet bijvullen. Dit merk je dan aan het water dat er langer over duurt om warm te worden of wanneer het huis niet goed meer opwarmt.

Moet je je cv-ketel veel vaker, bijvoorbeeld maandelijks, bijvullen? Dan zou er sprake kunnen zijn van een lekkage. Neem bij een lekkende cv-ketel contact op met een installateur bij jou in de buurt. Een Vaillant cv-ketel zal bij een te lage druk in de meeste gevallen een foutcode op de display aangeven.

Volg hieronder ons stappenplan om je cv-ketel gemakkelijk bij te vullen. Controleer altijd de handleiding van je cv-ketel en neem bij vragen contact op met je installateur.

Controleer de waterdruk op het display van de cv-ketel. Zit deze onder de 1 bar, dan is het tijd om het water bij te vullen. Voor optimale prestaties ligt de druk van een cv-ketel tussen de 1,5 en 2,0 bar.

Zorg dat je de benodigdheden klaar hebt staan en zoek de vulkraan op je cv-ketel, waaronder een emmer, handdoek en vulslang.

Sluit de vulslang aan op de (koud)waterkraan en open de waterkraan.

Zorg ervoor dat de slang gevuld is met water en er geen lucht meer in zit.

Verwijder de dop van de vulkraan en sluit de vulslang aan.

Open de vulkraan en vervolgens de waterkraan terwijl je het display in de gaten houdt.

Zodra de juiste druk (tussen de 1,5 en 2,0 bar) bereikt is, sluit je de waterkraan en vervolgens de vulkraan.

Verwijder de vulslang en sluit de vulkraan goed af.